Hiken op de berg

9 augustus 2017 - Calgary, Canada

Lieve lezers,

Vandaag neem ik, Effie, het blog eventjes over, aangezien jullie het vast ook wel leuk vinden om eens te lezen over onze avonturen vanuit een ander lid van de Korpie Fam.

Vannacht hadden wij onze eerste nacht gehad in de camper, en man wat slaapt dat toch altijd weer verrukkelijk. Rond een uurtje of acht waren we wakker, ontbeten we rustig en bewonderden we nog eventjes de Uil in onze ‘achtertuin’.

We hadden besloten dat we vandaag zouden proberen te gaan hiken. We hadden een leuk kaartje met wat wandelingen gevonden bij het bezoekerscentrum.

We kozen een leuke uit: een wandeling die je naar wat mooie uitzichtpunten zou brengen, en maar een uur of twee duurde. Dat klonk wel goed.

Camper ingepakt en richting de ‘trail’: als we de ingang genaderd zijn is de weg ineens geblokkeerd, een man met een grote snor staat er trots naast.

“Goodmorning sir.”

“Afternoon.” Verbetert de snor mijn vader.

“Sorry, good afternoon. We want to go and hike up here.” Zegt paps

“Not gonna happen,” bromt de snor “There are some wildfires up there, the area is closed.”

Dat was effe balen. Konden we niet gaan hiken… We parkeerden de camper om een nieuw plan de campagne samen te stellen, en kozen een nieuwe hike uit in de buurt.

Deze was bij een skigebied en zou enkel 1,5 uur duren. Dat klonk prima, dus vol goede moed reden we verder.

We kwamen aan bij Mount Norquay, een skigebied dat in de zomer dient als recreatiegebied, waar je met de gondel omhoog kan om van het uitzicht te genieten.

Het meisje bij het plaatselijke bezoekerscentrum gaf ons instructies over de door ons uitgekozen hike.

“It’s a short hike, about one hour and twenty minutes, fun and with some good views.”

Bepakt en ingesnoerd in onze stevige stappers liepen we naar de ingang van de trail, die begon aan een enorme parkeerplaats, die frappant genoeg, leeg was. Bregje kijkt ietwat zorgelijk naar de 3 eenzame auto’s die er geparkeerd staan.

“Er zijn maar drie auto’s! dat gaan we toch niet doen…”

“jawel joh,” stel ik mijn oudere zus gerust. “We hebben berenspray en zijn met zijn vieren, er zal niets gebeuren.”

Dus daar gingen we. Ik liep voorop, als de gids in opleiding, - met papa’s camera’s op mijn rug – met achter mij Bregje, mama en papa.

Het pad liep door een ongelooflijk mooi regenwoud, een zee van bomen, plantjes en groen: helaas werd deze schoonheid al erg snel opzij gezet toen het pad aanzienlijk omhoog begon te lopen, en we meer aan het klimmen waren dan relaxed wandelen.

Gezichten liepen steeds roder aan, het zweet brak uit en het vermoeide zuchten en steunen was begonnen. Dit hadden we flink onderschat… De klim werd steeds steiler en ik draaide me gaanderweg net even wat vaker om om te kijken of ik dat oranje shirt nog wel zag… Pap, red je het nog?!

Gelukkig liepen we her en der achter wat andere wandelaars aan, dus waren we niet volledig alleen aan het lijden.

IMG_0509

Na een poosje leek er geen einde te komen aan de klim, Vooral de Korp zijn beentjes hadden het zwaar, en de moed zakte zelfs bij mij lichtelijk in mijn schoenen. Het klimmen is zwaar, de andere wandelaars zijn al een tijdje niet meer gezien en het is benauwd tussen die bomen… ondertussen kijk ik ook nog eens intensief om me heen om beren en ander gedierte in de gaten te houden, dit blijft toch echt het huis van de beren…

We nemen een korte pauze zodat er even snel wat gegeten en gedronken kan worden, we zouden toch bijna bij die top moeten zijn?!

En ja hoor, na zo’n vijf minuten meer van jammerend omhoog klauteren komen we eindelijk bij een open punt – met andere mensen !! – en we halen opgelucht adem. We kijken uit op de rockies, zo hoog als dat we zitten hoeven we niet eens omhoog te kijken naar de toppen van deze gigantische bergen, en door de bomen heen kunnen we bijna heel Banff zien liggen.

We ploffen neer op een steen en eten onze broodjes. Nou, dit was toch wel de moeite waard, stemmen de Korpies met elkaar in. Een koel briesje verkoelt onze rode koppies terwijl we genieten van het uitzicht.

DSC_8001

Vol frisse moed beginnen we aan de afdaling de andere kant op.

Dit was een fout.

Hoe steil we heen waren geklommen, zo steil moeten we ook weer naar beneden; zigzaggend tussen de bomen en hun uitstekende wortels worstelen we ons een weg naar beneden.

Het onbekende pad wordt met de meter smaller, het bos dichter begroeid en donkerder, en ik denk steeds vaker iets te horen in de struiken. De sfeer wordt gespannen, het tempo gaat omhoog, laten we nou maar zo snel mogelijk weer naar beneden gaan…

Na een tijdje is de sfeer gedaald tot een dieptepunt. De hike is niet meer mooi, we genieten niet meer van de omgeving, het is enkel nog focussen op waar je je voeten neerzet en doorlopen. Niemand durft het B-woord uit te spreken, ookal rinkelt het berenbelletje aan mama’s tas zeer aanhoudend en aanwezig. Ik kijk net even wat vaker naar de bosjes en dan weer naar het smalle pad voor me. Je moet er toch niet aan denken dat zo’n beest van de andere kant datzelfde pad oploopt… Ondertussen ligt het tempo zo hoog dat sommige leden van de KorpieClan het niet meer bij kunnen houden, en er irritaties ontstaan.

“Loop nou eens door, Pap”

“Hou op met foto’s maken en kijk uit waar je loopt”

“Ik heb zo’n last van mijn knieen…”

“We zouden nu toch wel bijna beneden moeten zijn?!”

Van ellende begin ik maar hard het clublied te zingen, afwisselend met de titelsong van ‘Friends’. Zo houd ik die beesten vast wel op afstand…

En dan, na twee uur, worden we verlost uit ons lijden: het andere uiteinde van de parkeerplaats is in zicht en iedereen haalt opgelucht adem.

“Waar maakten jullie je nou zo druk om…” Zegt papa stoer.

“Er lopen hier gewoon beren rond, hoor.” Zegt Bregje dan.

“Hier echt niet. Als ik een beer was zou ik echt niet op zo’n donker paadje gaan wandelen.”

De parkeerplaats is inmiddels uitgedund tot een enkele auto, waar drie dappere hikers uitstappen om aan dezelfde route te beginnen als wij. Ze zijn druk in de weer met hun berenbelletjes en berenspray. De man kijkt op en vraagt of wij de hike al hebben gedaan. We knikken. Hij vertelt ons dat er zo’n kwartier geleden een beer was gespot aan het begin van de trail, en van daaruit het bos in verdween, waar wij dus aan het wandelen waren…

Breg, mam en ik kijken papa aan en grijnzen.

“Er zitten hier toch geen beren, he pap?”

Opgelucht en uitgeput wandelen we terug naar de camper. Wat een avontuur. We besluiten wel unaniem dat we niet meer in zulke donkere bossen gaan wandelen. Er worden wat high fives uitgewisseld en de Cola en Chips worden aangebroken. Zo, die hebben we verdiend.

Op de terug weg naar de camping nemen we de scenic route om hopelijk wat wildlife te zien, en met succes! We zien wat mountain sheep aan de kant van de weg, en niet veel later een hele kudde elks in een grasland. Vet!

DSC_8050

Terug op de camping rusten we uit van de dag. Het gidsen was toch nog best vermoeiend vandaag, dus ma en ik ploffen neer met een wijntje en een boek… Bregje kokerelt in de keuken en tovert een heerlijke maaltijd op tafel.

En nu zit ik hier, na het eten, papa’s laptop vol te typen. – Hij houdt mij overigens goed in de gaten: “Worden het geen zes kantjes, Ef?” – Ach, hij is gewoon bang voor zijn concurrentie ;-)

Dank dat ik vandaag het verhaal mocht vertellen, en tot een volgende keer.

Foto’s

4 Reacties

  1. Cocky Korpershoek:
    9 augustus 2017
    Schitterend verhaal Effie en prachtige foto's, ik heb er van genoten.
    Vandaag weer verder met de Camper?
    Fijne dag en een dikke kus voor allemaal.
  2. Alex:
    9 augustus 2017
    Heerlijk, deze avonturen!
  3. Anja jansen:
    9 augustus 2017
    Tjonge jonge, wat een spannend avontuur en dan ook nog die schitterende foto,s.
    Complimenten
  4. Marina:
    10 augustus 2017
    alles lijkt een enorm avontuur als je leest hoe Effie dat beschrijft;.toch doodeng die beren, maar het lijkt alsof dat nu niet echt zo'n probleem voor jullie ervaren avonturiers is ;..super dank je voor het verhaal Effie , je bent een geboren schrijfster !!